De vrouw van het comité
Iemand zegt:
-Ah, daar is ze-
Een brede gebrilde vrouw
komt binnen.
Vanonder een soort poncho
reikt ze mij de hand:
-Wij kennen elkaar niet-
Ze groet de anderen minzaam
en zijgt neer op een stoel,
de benen gespreid
als een bootwerker.
De situatie is van haar:
de een kruipt,
de ander negeert.
Er komt koffie.
Een man schuift binnen
(mager, bril, snor)
En gaat zitten zonder te groeten.
Dingen die gebeuren moeten,
gebeuren.
De tijd verstrijkt.
Ze staat op,
schikt haar poncho
en beent naar een
tafel waar iemand
haar vraagt een
papier te tekenen.
-misschien wil die meneer ook wel-
-dat is mijn man-
en zonder iets gezegd te hebben,
verlaat hij in haar kielzog
de ruimte
Geef een reactie