beweging of stilstand
de toetsen van het klavier
en alles daartussen
erop
of net ernaast
het contrast
van het diepste tot
het lichtste
van zwart-zwart
via zwart-wit
naar wit-wit
grafiek
in vele facetten
Het meisje van mijn dromen
blijkt als vrouw
niet
wat mijn dromen
mij beloofden.
Op de schoolreünie
ben ik nog steeds die jongen,
maar zij heeft alles,
wat haar hart begeert en
een man die dat kan betalen.
15-11-2015
Het lage herfstlicht grijst door het raam,
de oude muzikant buigt zich over zijn gitaar,
hij zingt over zijn liefdes
wat schuurtjes en een fiets
en over het verleden
en ook wel over niets:
Dan klinken lege klanken
en het zoemen van zijn stem
De ramen zijn beslagen
al vaker zag ik hem
hoorde ik zijn liedjes
en zat ik aan het bier.
Mijn lief kent hem van vroeger
dus daarom zit ik hier.
Je ziet dat de koe loeit
Maar je hoort het niet
Een meisje zingt kinderliedjes
Alsof er nooit iets is gebeurd
Gebeurtenissen met impact
Over de hele wereld
Gaan voorbij
Op station Sparklerweg stond ze te wapperen in de zon
Tussen alle reizigers wachtend op de metro
Een ranke gestalte, beetje blond
Kort zwart jasje en een wapperende gele japon.
De trein raasde langs
een jonge vrouw bij het gangpad
sprak in haar mobieltje italiaans
Op stations liepen jongeren te zeulen
Met slaapzakken, rugtassen
En een enkele gitaar.
Het meisje tegenover me
rossig en met een besproet gelaat
bleef verdiept in haar mobiele apparaat
Op weg naar huis
Vrijdagmiddag en vakantietijd
Iemand zegt:
-Ah, daar is ze-
Een brede gebrilde vrouw
komt binnen.
Vanonder een soort poncho
reikt ze mij de hand:
-Wij kennen elkaar niet-
Ze groet de anderen minzaam
en zijgt neer op een stoel,
de benen gespreid
als een bootwerker.
De situatie is van haar:
de een kruipt,
de ander negeert.
Er komt koffie.
Een man schuift binnen
(mager, bril, snor)
En gaat zitten zonder te groeten.
Dingen die gebeuren moeten,
gebeuren.
De tijd verstrijkt.
Ze staat op,
schikt haar poncho
en beent naar een
tafel waar iemand
haar vraagt een
papier te tekenen.
-misschien wil die meneer ook wel-
-dat is mijn man-
en zonder iets gezegd te hebben,
verlaat hij in haar kielzog
de ruimte
Eerlijk
het leven is niet eerlijk.
Waarom zou het eerlijk moeten zijn?
Of waren het in de ogen
de eindeloze tranen,
die geen uitweg vonden
opgedroogd
omdat geen troost
voldoende was?
Toeval
Het leven is toeval
En dat is niet eerlijk
Ooit werkte hij in de bouw
De man met het witte hondje
Je ziet hem ergens staan
te praten
Zijn bloemen zijn vertrokken
Zijn vrouw
Zijn baan
Je ziet hem ergens gaan
alleen
met het witte hondje
lange gedichten
zijn eindeloze reizen
langs wegen waar ik niet wil gaan.
Ergens in het veld staan 8 reeën
te grazen op afstand zodat ze
kunnen wijken
als je nadert
niet wetend dat jij verder reikt.
En dan staan er de gebouwen
en daken met ‘Jezus redt’
glanzend in de felle zon.
De wegen razen voort
en alles wat er staat, staat stil
en jij bent de passant
die nergens blijven wil
Op reizen staat geen maat:
Al dagen spreekt men over koffers
en handbagage
en wat wel
en niet
Terwijl niemand nog is vertrokken
maar wel geweest
en weer zal gaan.
Die ene ree een eind verderop
stond moederziel alleen
hoewel misschien daar in de struiken…
Een kerkgebouw met kerkhof
gaat over in industriële silo’s
duister verleden contrasteert met blinkend staal
Ik zit en wordt bewogen
bedenk het allemaal.
Voor de huizen van de straat
in Reykjavik staat Odin.
De raven op zijn schouder
(of zijn het kraaien)
vormen vleugels om zijn hoofd.
Mijn zoon had nog gezien
dat ze het maakte
de jonge vrouw
ze vertelde over IJsland
en knikte als ze
ja zei
en nog eens weer daarna
De jongen die model stond
Is ze nu alweer vergeten
zo ook Reykjavik